Lokale datum/tijd: Dinsdag 5 maart, 17:40

De Off-Road tour… Stefan heeft zich helemaal kunnen uitleven. 

Vanochtend bleek dat we dezelfde gids hadden als gisteren tijdens de kajaktour, gezellig! Er rijdt ook nog een ander (Japans?) stelletje mee. Wij rijden met de gids die bij ons achterin zit vooraan en zij volgen.

Het eerste stukje rijden we rustig door Koror richting het noordelijke eiland Babeldaob, naar een gebied genaamd Airai. Onderweg stoppen we even bij de brug die de eilanden Koror en Babeldaob verbinden. De gids laat zien dat er nog een tweede brug onder het wateroppervlak ligt. Deze is ergens in de jaren 70 ingestort (na slechts 10 jaar dienst te hebben gedaan) waarbij wonder boven wonder maar 1 dode is gevallen. De huidige brug is het werk van de Japanners.

Uiteindelijk komen we aan in Airai waar we via hobbelige paadjes een natuurgebied betreden. Onderweg stoppen we een aantal keer om van het uitzicht te kunnen genieten en de gids verteld ook van alles over de bloemen en planten die er groeien. De meeste zijn eetbaar (dat betekent proeven). Daarnaast zien ook Orchideen en de vleesetende kelken die we in Nederland in de woonkamer ophangen. Dat soort planten vind je hier in het wild.

Na een tijdje hobbelen (Stefan blijkt een “sportieve” rijder) stoppen we bij een Japanse tank. De paadjes zijn af en toe echt lastig begaanbaar dus je vraagt je af hoe die tank daar middenin de jungle terecht is gekomen.

Na een korte stop om foto’s te kunnen maken rijden we verder… de paadjes werden nu nog beroerder (mam, je zou het vast geweldig hebben gevonden ;-)). Het gaat er soms behoorlijk ruw aan toe en dit is ook het moment waarop we langzaam maar zeker onder de modder komen te zitten. Het vooruitzicht is gelukkig een waterval waar we kunnen zwemmen (en lekker afkoelen), aldus de gids.

Om bij de waterval te komen moeten we eerst nog een kleine 15 minuten door de jungle wandelen. We krijgen allemaal een lange wandelstok mee… geen overbodige luxe blijkt. Sommige delen van het pad zijn glibberig en de stok is dan handig om jezelf tegen af te zetten. Het laatste stuk klimmen we naar beneden via de waterval zelf (mam, ook deze klim zou je helemaal geweldig hebben gevonden ;-)).

Als iedereen heelhuids beneden is gekomen kunnen we op ons gemak foto’s maken en onszelf even in het water laten zakken. Heerlijk, zeker na die klim. Het is een warme dag en in de bossen is het goed te merken dat de lucht ook heel vochtig is.. alles voelt klam aan. Om weer terug te komen bij de wagens mogen we uiteraard dezelfde weg ook weer naar boven toe klimmen.

We rijden nu een heel stuk over hetzelfde (beroerde) paadje terug om daarna nog een half uurtje verder te rijden naar de plek waar we lunchen. Het ruwste deel van de trip zit er op (voor Stefan had dat deel nog wel langer mogen duren).

Na de lunch rijden we een pad uit wat bij zee uikomt waarna we nog naar een hooggelegen punt rijden om te genieten van het uitzicht (prachtig!). Tot slot stoppen we nog ergens in de bossen om uitleg te krijgen over de planten die er groeien. Hier krijgen we ook verse kokosmelk te drinken en we mogen zowel van een rijpe als van een jonge kokosnoot proeven (de rijpe vonden wij beide toch beter smaken).

Onderweg terug naar Koror stoppen we nog even langs de kant van de weg. De gids ziet daar een vrucht liggen van een Guavanava plant (hij noemde het sour juice) en ook die  moeten we proeven. Dit spul smaakt eigenlijk heel lekker. En wederom krijgen we zo de bevestiging dat je hier niet hoeft te werken… het eten ligt hier letterlijk voor het oprapen.

Stefan en ik hebben ons allebij prima vermaakt vandaag, een mooie afsluiting van onze vakantie op Palau. Morgen hebben we hier nog de hele middag maar aangezien we kamer om 12u moeten verlaten hebben we besloten daarna niet meer op pad te gaan (daarvoor is het veel te warm).

Nu stukje bij beetje onze spullen maar weer bij elkaar gaan zoeken en een beginnetje maken met inpakken 🙁